De voorloper van de fiets was niets meer dan een houten balk tussen twee houten wielen.
De loopmachines van het einde van de 18de eeuw waren geen succes. Het waren zeer zware tuigen. Bovendien was je sneller te voet op je bestemming dan met zo’n fiets.
In 1813 gaf de Duitser Karl von Drais een demonstratie met de ’draisine’. Hij had meer succes dan zijn voorgangers. De tweewieler van von Drais ging vooruit als je je met je voeten afduwde. Deze loopfiets had ook een stuur. In Duitsland en Engeland ontketende deze loopfiets een echte rage. Maar die duurde niet lang.
De pedalen
In 1861 maakte Pierre Michaux pedalen met stangen aan het voorwiel vast.
De eersten hadden een houten frame. Later schakelde hij over op metaal. Om de schokken te dempen lagen er op de wielen volle rubberen banden.
Omstreeks 1870 kwamen er fietsen met reusachtige voorwielen. Het voordeel van zo’n grootwieler was de hoge snelheid die je ermee kon bereiken. Een nadeel was dan weer dat je een trapladder nodig had om op te stijgen. Het was eigenlijk best gevaarlijk om met zo’n fiets te rijden. Het zadel bevond zich meer dan 2 meter boven de grond. Deze fiets werd een groot succes.
De fietsketting
In 1874 bouwde Lawson zijn veiligheidsfiets, de voorloper van de moderne fiets. Deze fiets had twee even grote wielen, een ketting en remmen. Toen de Schot Dunlop in 1888 de luchtband uitvond, werd de veiligheidsfiets veel prettiger om op te fietsen. In zeer korte tijd zou hij de wereld veroveren.
Hier kan je dia's bekijken van de ontwikkeling van de fiets