Het ontstaan van Rome
Er zijn 2 verhalen over het ontstaan van Rome.
Het ene verhaal is gemaakt, volgens de wetenschap, nadat ze allerlei gegevens hadden door opgravingen.
In dit verhaal zeggen ze dat Rome is ontstaan door het bij elkaar nemen van nederzettingen op de 7 heuvels aan de Tiber.
In dit verhaal zeggen ze dat Rome is ontstaan door het bij elkaar nemen van nederzettingen op de 7 heuvels aan de Tiber.
Het andere verhaal is een mythe.
Koning Numitor wordt verjaagd door zijn broer Amulius. Zijn dochter Rhea Silvia wordt ondergebracht bij nonnen. Zij krijgt daar een tweeling. Amulius wil de kinderen doden. De soldaat die de kinderen moest dood maken, heeft de tweeling in een mandje laten wegdrijven op de rivier de Tiber. Als het mandje aanspoelt, wordt het gevonden door een wolvin. Zij gaf hun melk en legde ze in een grot aan de voet van de Palatijnse heuvel. Later worden ze gevonden door een herder. Hij noemt ze Romulus en Remus. Als ze volwassen zijn, zorgen ze er voor dat hun grootvader weer op de troon komt. Ze willen een stad stichten op de plaats waar de wolvin hen gered had. Ze krijgen ruzie. Romulus wil de stad op de Palatinus bouwen en Remus wil de stad op Aventinus bouwen. Ze gaan aan de goden vragen wie er gelijk heeft. Ze klimmen allebei op een heuvel en wachten op de zonsopgang. Al gauw ziet Remus 6 gieren en Romulus ziet er 12. Romulus denkt hierdoor dat hij de uitverkorene is. Hij maakt een stadsmuur rond Palatinus. Remus vindt dat hij de nieuwe stad mag stichten, omdat hij het eerste teken kreeg. Om zijn broer Romulus te pesten, springt hij over de stadsmuur. Romulus grijpt zijn zwaard en dood zijn broer. Romulus roept: "Dit overkomt iedereen, die het waagt deze grens te schenden". Zo bleef Romulus als enige over en kon hij zijn naam aan de stad geven: ROME.
Koning Numitor wordt verjaagd door zijn broer Amulius. Zijn dochter Rhea Silvia wordt ondergebracht bij nonnen. Zij krijgt daar een tweeling. Amulius wil de kinderen doden. De soldaat die de kinderen moest dood maken, heeft de tweeling in een mandje laten wegdrijven op de rivier de Tiber. Als het mandje aanspoelt, wordt het gevonden door een wolvin. Zij gaf hun melk en legde ze in een grot aan de voet van de Palatijnse heuvel. Later worden ze gevonden door een herder. Hij noemt ze Romulus en Remus. Als ze volwassen zijn, zorgen ze er voor dat hun grootvader weer op de troon komt. Ze willen een stad stichten op de plaats waar de wolvin hen gered had. Ze krijgen ruzie. Romulus wil de stad op de Palatinus bouwen en Remus wil de stad op Aventinus bouwen. Ze gaan aan de goden vragen wie er gelijk heeft. Ze klimmen allebei op een heuvel en wachten op de zonsopgang. Al gauw ziet Remus 6 gieren en Romulus ziet er 12. Romulus denkt hierdoor dat hij de uitverkorene is. Hij maakt een stadsmuur rond Palatinus. Remus vindt dat hij de nieuwe stad mag stichten, omdat hij het eerste teken kreeg. Om zijn broer Romulus te pesten, springt hij over de stadsmuur. Romulus grijpt zijn zwaard en dood zijn broer. Romulus roept: "Dit overkomt iedereen, die het waagt deze grens te schenden". Zo bleef Romulus als enige over en kon hij zijn naam aan de stad geven: ROME.