Midden Steentijd
Mesolitische mens.
10.000 voor Christus tot 5300 voor Christus.
10.000 voor Christus tot 5300 voor Christus.
Na de ijstijden wordt het klimaat vanaf 8.000 v.C. heel wat beter.(het Holoceen).
Er komen steeds meer bomen en aangezien rendieren niet graag in bossen leven, moeten zij naar het noorden trekken om daar grasvlakten op te zoeken.
In plaats daarvan komen er andere diersoorten hier naar toe, die zich beter aan het leven in een bos hebben aangepast.
Eerder moesten de mensen in dit gebied steeds achter de rendieren aantrekken om te kunnen overleven, maar dat hoeft nu niet meer. Ze gaan nu in een gebied wonen, zodat ze zich op de standwild kunnen richten. (jagen op de dieren die op 1 plak blijven). In dit gebied trekken ze nog wel rond, omdat de natuur niet te veel te beschadigen.
Er komen steeds meer bomen en aangezien rendieren niet graag in bossen leven, moeten zij naar het noorden trekken om daar grasvlakten op te zoeken.
In plaats daarvan komen er andere diersoorten hier naar toe, die zich beter aan het leven in een bos hebben aangepast.
Eerder moesten de mensen in dit gebied steeds achter de rendieren aantrekken om te kunnen overleven, maar dat hoeft nu niet meer. Ze gaan nu in een gebied wonen, zodat ze zich op de standwild kunnen richten. (jagen op de dieren die op 1 plak blijven). In dit gebied trekken ze nog wel rond, omdat de natuur niet te veel te beschadigen.
Het klimaat wordt steeds beter en er komen steeds meer bomen bij.
In deze periode eet de mens al erg gevarieerd: oeros, edelhert, bruine beer, otter, bever, das, haas, waterwild (eend- en reigerachtigen), vis (snoek en zalm), knolgewassen, bladgroenten, kruiden,enz.
In deze periode eet de mens al erg gevarieerd: oeros, edelhert, bruine beer, otter, bever, das, haas, waterwild (eend- en reigerachtigen), vis (snoek en zalm), knolgewassen, bladgroenten, kruiden,enz.
Zoals je wel begrijpt is ook de Mesolitische mens zowel een jager als verzamelaar: hij jaagt op de dieren en verzamelt knolgewassen, bladgroenten en kruiden.
Vandaar dus dat wij ook deze mensen jager-verzamelaars noemen.
Vandaar dus dat wij ook deze mensen jager-verzamelaars noemen.
Groep.
Hoe zou je je het leven van deze jagers en verzamelaars uit de Midden-Steentijd kunnen voorstellen?
Hun groepen waren waarschijnlijk niet erg groot; ongeveer 4 à 6 families bij elkaar, met in totaal 20 à 30 personen.
Ze trokken elk jaar opnieuw rond in een klein gebied, waarbij ze steeds enkele weken op één plek het kamp maakten.
Vrouwen en kinderen verzamelden vruchten en planten rond het kamp, en in het kamp zelf moesten zij de dierenhuiden bewerken.
De mannen gingen op jacht. Soms trokken ze voor meerdere dagen erop uit om wild te vangen. Ver weg van hun kamp bouwden ze dan een hut, maakten daar een aantal wapens, vingen veel dieren en aten daar zelf een deel van op. Met de rest van de buit keerden ze terug naar het kamp.
Om de natuur niet teveel te beschadigen trok de groep na enkele weken naar een andere volgende plaats.
Hoe zou je je het leven van deze jagers en verzamelaars uit de Midden-Steentijd kunnen voorstellen?
Hun groepen waren waarschijnlijk niet erg groot; ongeveer 4 à 6 families bij elkaar, met in totaal 20 à 30 personen.
Ze trokken elk jaar opnieuw rond in een klein gebied, waarbij ze steeds enkele weken op één plek het kamp maakten.
Vrouwen en kinderen verzamelden vruchten en planten rond het kamp, en in het kamp zelf moesten zij de dierenhuiden bewerken.
De mannen gingen op jacht. Soms trokken ze voor meerdere dagen erop uit om wild te vangen. Ver weg van hun kamp bouwden ze dan een hut, maakten daar een aantal wapens, vingen veel dieren en aten daar zelf een deel van op. Met de rest van de buit keerden ze terug naar het kamp.
Om de natuur niet teveel te beschadigen trok de groep na enkele weken naar een andere volgende plaats.
Wanneer de Midden Steentijd afgelopen was is nog steeds niet helemaal bekend. Wel weten we dat de eerste landbouwers rond 5300 voor Christus hier aankwamen en de Mesolitische mens dus vertrok.