In Pop Art is veel te zien van de media en de reclamewereld. Ook waren er vaak filmsterren en stripfiguren in de kunstwerken te zien. De beelden die in de kunstwerken werden afgebeeld, werden vaak vergroot of heel vaak herhaald, soms tot vervelens toe. De kunstenaars gebruikten vooral de primaire kleuren, dit zijn de kleuren blauw, geel en rood.
Pop Art betekent populaire kunst.
Het is onstaan in Engeland. Het was eigenlijk een naam voor het beeldmateriaal van de reclame. Met reclame wordt bedoeld:
· kranten
· film
· tijdschriften
· billboards enz.
De makers van Pop Art tekenden dus vaak voor reclames. Deze reclames waren voor alledaagse artikelen zoals: cola flessen, hot dogs, stopcontacten en huishoudelijke voorwerpen. Ze maakten op een gegeven moment gebruik van massaproduktie.
PopArt was dus in het begin nog geen kunststroming. Later werd dit het wel. Dat ging eigenlijk vanzelf. Pop Art is de stijl van de jaren 60 geworden.
Niet in ieder land was Pop Art hetzelfde. Er waren verschillen tussen Nederland, Engeland en Amerika. Het had een beetje met de opvatingen van dat land te maken. Duitse Pop Art was wat strakker en het Amerikaanse weer wat losser. De inspiratiebron van Pop Art was de dagelijkse manier van leven. Dit was natuurlijk in elk land wat anders. Vandaar de verschillen.
Op-art en Pop-art in de mode
In de jaren zestig lieten sommige modeontwerpers zich inspireren door de kunstrichtingen op-art en pop-art.
De optical art maakte gebruik van geometrische motieven in kleur of in zwart-wit om een optisch bewegingseffect te bereiken. Bij het jurkje boven gebeurt dat met horizontale strepen.
In de pop-art (van popular art) werden alledaagse gebruiksvoorwerpen en elementen uit de massamedia toegepast. Ook die stijl kreeg een neerslag in de mode.