Het onderwijs
Het onderwijs veranderde erg tijdens de Renaissance. De mensen van adel mochten niet alleen meer vechten, maar moesten ook leren lezen en schrijven om zo meer kennis te krijgen. Gilden stichtten vaak scholen waar goede handwerkslieden konden leren boekhouden en rechtsboeken konden bestuderen en andere dingen die handig waren voor later.
Ook waren er mensen die grammatica bestudeerden. Zo konden ze oude Griekse en Latijnse teksten lezen en leerden ze goede toespraken te maken.
Examens kende men niet, ook niet aan de universiteiten.
Leerlingen hielden op met leren als ze moesten werken in het familiebedrijf of als ze vonden dat ze genoeg geleerd hadden.