De manier van leven veranderde in de Renaissance behoorlijk.
De meest belangrijke verandering was dat er een scheiding kwam tussen het privé leven en het openbare leven. In de Middeleeuwen had men bijna geen privacy, zelfs de rijken niet. In kastelen woonde en sliep het hele gezin in een en dezelfde kamer. In de stad deelden verschillende gezinnen soms een grote ruimte met elkaar. Deze grote ruimte was met gordijnen in kleinere ruimtes opgedeeld.
In het begin van de vijftiende eeuw kregen steeds meer gezinnen een eigen huis of woonruimte. In huizen waren er aparte slaapkamertjes voor mannen en vrouwen.
Door de groeiende handelscontacten konden ideeën zich snel verspreiden. Daardoor ontstond er mode op het gebied van kleding en inrichting van de huizen. Er kwamen steeds meer rijke mensen en de mensen kregen steeds meer vrije tijd. Niet alleen de adel beschikte over vrije tijd, maar ook de burgers. De mensen deden spelletjes, dronken gezellig iets samen, studeerden of maakten muziek. Tijdens de Renaissance maakten de mensen voor hun plezier muziek. Gedrukte bladmuziek en lesboeken zorgden ervoor dat iedereen muziek kon maken. In veel huiskamers werd prachtige muziek gemaakt.
Ook werd de hygiëne steeds belangrijker. De meeste steden verbeterden het rioleringssysteem en begonnen aandacht te schenken aan de verwerking van afval. Rijke mensen hadden soms een eigen bad, de mensen die dat niet hadden gingen naar badhuizen.