Renaissance is het Franse woord voor ’wedergeboorte’. (de term “wedergeboorte” wordt uitgelegd bij het kopje ‘kunst”) De Renaissance duurde van ongeveer 1350 tot 1600 na Christus. Dat is dus ongeveer 650 jaar geleden.
In de tijd voor de Renaissance, waren God, de kerk en het hiernamaals (leven na de dood) heel belangrijk. Mensen probeerden op een goede manier te leven zoals de kerk het wilde. Als ze goed leefden kwamen ze in het hiernamaals.
Tijdens de Renaissance werden God en de kerk minder belangrijk. De mens als persoon/individu werd belangrijker.
Het volk vond dat ieder mens belangrijk was, en zo wilden ze ook gaan leven!
In de tijd van de Renaissance is de wetenschap er ook erg op vooruit gegaan. De geleerden deden allerlei uitvindingen. Daarbij kun je denken aan uitvindingen op het gebied van de boekdrukkunst, de geneeskunde, de astronomie (dit heeft met de sterren te maken), scheikunde en ook de natuurkunde.