Het Twents

Het Twents is een dialect van het Nedersaksisch.oude kaart twente
Nedersaksisch is samen met het Limburgs één van de twee streektalen in Nederland.

Dialect.
Wat is nou een dialect? Dialect is de bijzondere taal van een streek of plaats. Deze taal wijkt af van de algemene taal die men in het land spreekt.
Dialect wordt ook wel streektaal genoemd; de taal van een bepaalde streek.
Het leuke is dat je in Nederland heel veel dialecten hebt; Limburgs, Zeeuws, Brabants, Gelders, Drents, enz.
Dus overal waar je komt in Nederland is wel weer een ander dialect. En het ene dialect is beter te verstaan dan het andere.

Twents spreken.
kerk

Twents wordt gesproken in alle Twentse gemeenten, maar sprake van één dialect is er niet. Woorden kunnen per dorp of stad verschillen. Bijvoorbeeld het woord ‘kerk’, dat wordt wel korke, keark of körke genoemd. Gelukkig weten de meeste Tukkers wel wat er mee bedoeld wordt.

Twents in het buitenland.
Het leuke van Twents is dat het niet alleen hier gesproken wordt. Omdat Twente zo dicht bij de Duitse grens ligt, is het niet zo raar dat men daar ook wat Twents spreekt. Daar spreken ze namelijk ook in hun eigen dialect, wat erg op het Twents lijkt.
Het is wel niet helemaal hetzelfde, maar als je goed luistert dan lijkt het er wel op. Dus als je nou eens flink gaat oefenen, dan kom je in Duitsland ook nog een heel eind hoor!

Het Twentse Spellingsalfabet.
Zoals je wel weet bestaat het Nederlandse Alfabet uit 26 letters, waaraan een naam gekoppeld is. (De A van Anton, de B van Bernhard, enz). Nou, dat hebben de Tukkers ook hoor; kijk maar mee!

A = Aprilbleumke (madeliefje)

N = Noaberschop (omgeving)

B = Belmundig (kwaad)

O = Onmeunig (heel veel)

C = Ceerkelmeajer (grasmaaimachine)

P = Pinnensnieder (gierigaard)

D = Döl (gek)

Q = QQleQ (wekker op het platteland)

E = Ekkelbrommer (meikever)

R = Ruggenstraanken (ruggegraat)

F = Fluutpiepenhoalt (lijsterbeshout)S = Siepel (ui)
G = Gleunig (heet)T = Tuffel (aardappel)
H = Hoeskunnig (vertrouwd)U = Umschichtig (beurtelings)
I = Inschrien (vakje in klerenkistV = Voel ei (bedorven ei)
J = Jepsen (grappen maken)W = Weendbuul (opschepper)
K = Klöaten (mislukken)X = X-been
L = Leppelblad (schouderblad)Y = Yoga-leu (mensen die de boel op z’n kop zetten)
M = Moodersproak (eigen taal)Z = Zoeplappenploag (delirium)
N = Noaberschop (omgeving)


Oefenen!
Maar goed, die letters vormen natuurlijk woorden, zinnen, gezegdes en uitdrukkingen. En dat is dus Twents.
Moeilijk zul je denken?! Dat klopt wel hoor, maar het leuke van Twents is dat je het misschien wel vaker spreekt dan je denkt. Misschien heb je wel eens gevraagd of de deur los mocht. In goed Nederlands vraag je namelijk of de deur open mag, en niet los, want dan valt hij uit de deurpost op de grond… niet zo handig.
Of je zegt dat iemand iets extra heeft gedaan. Niet goed dus; hij of zij deed het expres.
Eens kijken of je hier wat van snapt….

Je moet aanmaken.
Kom er achterheen kijken.
Jantje zit er niet bij.
Doe hem een boek geef.
Ik ging er op aan.
Hij deed het extra.
Laat mij maar geworden.
Ik ben gegroeid.
Een nieuw kleed halen.
Ik heb de band lek.
Ik ga heen.
Ben je dan in huis.
Kort bij de Plechelmus.
Mag het raam los?
Ik ben zo lui.
Dat is mijnt.
Dat mag ik niet.
Ik ben goed te pas.
We hebben verspeeld.
Ik kan niet wachten.
Het boek wat je leest.
Waar kom jij weg?
Ik heb geen wind in de band.
Ik moet me nog andersom aantrekken.

= Je moet opschieten.
= Kom eens op bezoek.
= Jantje zit er niet aan.
= Geef hem dat boek eens.
= Ik ging er op af.
= Hij deed het expres.
= Laat mij maar begaan.
= Ik ben aangekomen.
= Een jurk kopen.
= Mijn band is lek.
= Ik ga weg.
= Ben je dan thuis.
= dichtbij.
= Mag het raam open?
= Ik ben moe/slaperig.
= Dat is van mij.
= Dat lust ik niet.
= Ik voel me goed.
= We hebben verloren.
= Ik heb geen tijd.
= Het boek dat je leest.
=Waar ben jij geboren?
= Ik heb geen lucht in mijn band.
= Ik moet me nog verkleden.

Meer weten? Kijk maar eens op: http://www.geocities.com/twentschgenootschap/TwentseTaal.htm