AlgemeenAls je wel eens een wandeling maakt in de natuur, kom je planten en dieren tegen. Samen vormen ze het leven op aarde. Ze kunnen niet zonder elkaar, maar toch vormen ze twee afzonderlijke rijken: het plantenrijk (de flora) en het dierenrijk (de fauna). Beide rijken zijn ingedeeld in groepen, die gezamenlijke kenmerken hebben. Zo’n indeling maken is niet gemakkelijk. Waar moet je op letten: op de evolutie, op het uiterlijk, op de manier van voortplanten, op het gedrag? Op het eind van de 17e eeuw bedacht John Ray voor het eerst een indeling voor het dierenrijk en voor het plantenrijk was het de Zweed Linnaeus, die een indeling bedacht. Alle dieren en planten kregen een dubbele Latijnse naam, die in de hele wereld werd gebruikt. Als je dieren- en plantengidsen gebruikt, kun je deze namen vinden. De eerste naam is steeds de geslachtsnaam en de tweede de soortnaam. Een huiskat heet bijvoorbeeld een Felis domesticus en een boskat Felis sylvestris. Ze behoren dus allebei tot het geslacht van de katachtigen. De leeuw en de tijger behoren daar ook toe.
De indeling van het plantenrijk:
1. SPOREPLANTEN
- loofplanten (wieren, zwammen, korstmossen)
- mosplanten (alle mossen)
- vaatcryptogamen (varens, paardenstaarten,wolfsklauwen)
2. ZAADPLANTEN
- naaktzadigen (alle naaldbomen)
- bedektzadigen
- eenzaadlobbigen (grassen, lelies, orchideeën)
- tweezaadlobbigen (de meeste planten, zowel grote bomen als
kleine kruiden
De indeling van het dierenrijk:
1. GEWERVELDE DIEREN - zoogdieren (vogelbekdier, kangoeroe, egel, kat, paard, vleermuis, aap, mens) - vogels (mus, valk, uil, specht, duif, meeuw, eend, kip, fazant) - reptielen (schildpadden, krokodillen, hagedissen, slangen) - amfibieën (kikkers, salamanders) - vissen, haai,rog,snoek)
2. ONGEWERVELDE DIEREN - geleedpotigen (insecten, spinnen, kreeften) - weekdieren (slakken, schelpen, inktvissen) - stekelhuidigen (zeesterren, zee-egels) - wormen (bloedzuigers, regenwormen, lintwormen) - holtedieren (kwallen, koralen, zeeanemonen) - sponzen - oerdiertjes.