Door de eeuwen heen is er veel veranderd aan kastelen. Als jij aan een kasteel denkt, dan denk je waarschijnlijk aan een gebouw met grote muren, een ophaalbrug, torens enz. Toch zagen de eerste kastelen er zo niet uit. De kastelen dienden als woonhuis voor de mensen. Hieronder staat een beschrijving van het ontstaan van kastelen . 800 De oudste kastelen zagen er eigenlijk uit als een soort boerderij, alleen dan wat steviger gemaakt. Deze kastelen waren gebouwd van hout, leem en vlechttwijgen. Om het kasteel lag een gracht en een palissade (dat is een heuvel met een hek gemaakt van houten palen).
1100 In deze jaren waren de huizen en kastelen gemaakt van steen. Het zag er uit als een rechthoekig of rond torenachtig gebouw met twee tot vier verdiepingen. We noemen dat een woontoren of donjon. De stenen muren waren soms wel twee tot drie meter dik. Als de mensen zich moesten verdedigen dan deden ze dat vanaf het dak. In Nederland zijn er nog resten gevonden van deze woontorens, vooral in Limburg. Deze woontorens werden soms op een kunstmatige heuvel (motte) gebouwd. Zo konden de mensen zich nog beter beschermen tegen aanvallers. Ook beschermde een motte tegen het water. Als er veel regen kwam steeg het water in rivieren, maar door de motte stond een woontoren dan hoog genoeg. | |
1300 Om de aanvallers op grotere afstand van het woonhuis te kunnen houden en om beter te kunnen verdedigen, gingen de mensen de palissade (houten muur) vervangen door een stenen muur. Deze muur stond helemaal rondom het woonhuis. In de muur kwamen kantelen en uitkijktorens. Vanaf de muur kon de aanvaller beschoten worden. De torens waren er om de aanvaller in de buurt van de muur te beschieten. | |
1450 In de loop van de 13e eeuw ging men rechthoekige kastelen bouwen en op de hoeken kwamen de torens. In de 14e en 15e eeuw zijn er heel erg veel van deze kastelen gebouwd. Langs de binnenzijde van de muren vond bebouwing plaats waardoor er binnen woonvleugels ontstonden. Veel kastelen uit deze tijd hadden een voorburcht. Omdat de bewoners van voedselvoorziening afhankelijk waren van de omliggende boerderijen, was de boerderij die in de buurt lag erg belangrijk. Daarom werd de boerderij omgeven door grachten en een muur. De boerderij werd verdedigbaar en wordt daarom voorburcht genoemd. |
1600 Met de komst van het kanon was het kasteel als een versterkt woonhuis toch niet stevig genoeg meer. Toch werden er in, vooral in Limburg, in de 16e en 17e eeuw nog kastelen gebouwd. Dat was vooral om de macht en het aanzien van de bewoners te laten zien. Deze kastelen bestonden vaak uit twee, drie of vier woonvleugels rondom de binnenplaats. 1800 De kastelen waren er steeds minder voor bescherming. Ze werden nu zo gebouwd dat het steeds prettiger was om in een kasteel te wonen, ze werden luxer. Soms werd er om een kasteel een park of tuin aangelegd.