In Zuid-Limburg vinden we het Krijt/lösslandschap. Dit is een apart landschap omdat er vast gesteente aan de oppervlakte voorkomt. Dit gesteente is tegelijk met de Ardennen ontstaan. Doordat Nederland vroeger een deel van de zee was zijn er veel kalkhoudende zeedieren op de zeebodem terecht gekomen. Uiteindelijk is uit de skeletjes van deze zeediertjes een laag kalksteen ontstaan. Gedurende het Tertiair werd een groot deel van dit kalk door de wisselende kustlijn afgebroken en kwam er vuursteen aan de oppervlakte. In het Pleistoceen kreeg de Maas (met zijriviertjes als de Geul) veel invloed op het landschap, het erodeerde een groot deel van het gesteente en zo zijn er diepe rivierdalen ontstaan. In die rivierdalen werd veel zand en grind afgezet. Doordat de loop van de Maas nogal vaak wisselde zijn er rivierterrassen ontstaan. Tijdens de ijstijden die daarna kwamen veranderde het landschap in een steppelandschap. Het hele fijne zand dat uit de rivierbeddingen het land ingeblazen werd bleef tegen de heuvels van Zuid-Limburg liggen. Dit fijne zand noemen we löss. Op onderstaande figuur zie je een doorsnede van een stukje van Zuid-Limburg. Je ziet op deze figuur heel goed alle verschillende lagen gesteenten naar voren komen.