Algemeen.
De Egyptenaren geloofden niet in één god, maar in meer goden en godinnen. Iedere god had zijn eigen taak. In veel gebieden hadden de goden ook weer ander namen. Iedere grote stad had zijn eigen beschermgod. De Egyptenaren bouwden tempels voor hun goden en dachten, dat de goden daar ook echt leefden. Ze gingen iedere dag naar de tempel en brachten eten en drinken naar de tempel. Op deze foto zie je een oude tempel, vlakbij de vroegere hoofdstad Thebe. Deze tempel is gebouwd voor de zonnegod Amon- Re. Dat is eigenlijk de naam van twee goden: de één is Amon, dat was de koning van alle goden en Re was de zonnengod.
.
Tempels.
Net zoals de piramides voor de farao’s, waren de tempels voor de goden een heel bouwwerk. Het bouwwerk bestond uit de tempel met verschillende tuinen en binnenplaatsen en grote zuilengalerijen. Er waren heel veel tempels, omdat rijke farao’s op die manier de goden wilden eren. Om zulke grote gebouwen te kunnen bouwen, waren veel mensen nodig. Dit gebeurde in de tijd wanneer de Nijl overstroomde, want dan waren de Egyptenaren tijdelijk werkloos. Een voorbeeld: de tempel van Ramses III in Medina Haboet (=Arabisch) of anders gezegd Djamet (=Egyptisch). Deze tempel was opgebouwd uit verschillende tempels. Er waren voorraadschuren, ateliers, administraties en woonverblijven van priesters.
Hierboven zie je een uitgewerkte plattegrond met zuilengalerijen en binnenplaatsen. Hieronder zie je wat er nu nog van de tempel over is.
Het uiterlijk.
De meeste goden werden afgebeeld met hetzelfde uiterlijk, namelijk een mensenlichaam met een dierenhoofd erop. Hier zie je een belangrijke god van de Egyptenaren. Het is de god Ra. Hij is de zonnegod en wordt meestal afgebeeld met het hoofd van een valk en de zon op zijn hoofd.
Een andere belangrijke god is Osiris. Volgens oude verhalen was Osiris uit de hemel gekomen en werd hij de eerste koning van Egypte. Hij leerde de mensen hoe ze de grond moesten verbouwen, hoe ze moesten zaaien en oogsten. Op aarde liep het slecht af met Osiris. Iedereen in Egypte vond hem een goede koning, maar hij had een jaloerse broer, Seth. Op een dag vermoordde Seth Osiris. Isis, de vrouw van Osiris, was erg verdrietig. Ze zocht naar het vermoorde lichaam van haar man. Seth had het lichaam van Osiris in stukken gesneden en het werd dus een hele zoektocht voor Isis. Uiteindelijk heeft ze bijna alle stukken wel teruggevonden en werd het lichaam weer in elkaar gezet en begraven. Zo werd Osiris koning van het dodenrijk, de onderwereld. Iedereen die stierf kwam bij Osiris. Als je bij Osiris kwam, besliste hij met 42 rechters of je het dodenrijk in mocht. Hij stelde dan vragen over je leven. Bijvoorbeeld "Heb je iemand vermoord?" of "Heb je iemand bedrogen?" Je moest dan met "ja"of "nee"antwoorden. Alle antwoorden werden opgeschreven door de god Toth. Ook werd je hart gewogen op een weegschaal. Aan de éne kant het hart en aan de andere kant "de veer van de waarheid". Als je loog tegen Osiris, raakte de weegschaal uit balans. Dan werd je opgegeten door Ammoet, een vreselijke monstergod, met de kop van een krokodil, het lijf van een leeuw en de achterpoten van een nijlpaard. Als de weegschaal in balans bleef, had je goed geleefd en mocht je naar "de eeuwige velden". Anubis bediende de weegschaal. Hij was de god van het mummificeren en had de kop van een jakhals.
Ammoet Seth Osiris
Isis