Comfort in huis
Arme mensen leefden in rieten hutjes, maar de meeste dorpelingen hadden huizen van één of twee verdiepingen met meerdere kamers. Wanneer een huis eenmaal gebouwd was met stenen van leem, werd er een laag pleisterwerk op gesmeerd en werden er versieringen geschilderd op de binnenmuur. Omdat het in Egypte zo heet was, waren de ramen klein. De huizen waren daardoor koel, maar ook donker. Gezinnen zaten vaak op het dak, want daar was het wat koeler. Rijke mensen hadden huizen in de stad, maar ook villa’s op het platteland met tuinen met bomen eromheen en vijvers vol vis.
Voedsel maken.
In gewone gezinnen werd het eten door de huisvrouw gemaakt. Rijkere gezinnen hadden bedienden om het werk in de keuken te doen en een kok(meestal een man)om het eten te koken. In huis werd brood gebakken, bier gebrouwen en wijn gemaakt. De Egyptenaren hadden ovens, maar konden ook eten koken, braden en bakken.
Kleding.
Meestal was het in Egypte zó heet dat de mensen zo weinig mogelijk kleren droegen. Kinderen droegen zelden kleren. Boeren, bedienden en danseressen werkten vaak bijna naakt. Mannen waren tevreden met een eenvoudige linnen of wollen kilt. Vrouwen droegen lange, strakke hemdjurken van linnen of wol. De rijke mensen maakten deze eenvoudige kleding mooier door er mooie plooien in te laten maken of er heel dunne(en soms doorzichtige)mantels en toga’s op te dragen. Net als tegenwoordig waren model en lengte afhankelijk van de mode. Om de eenvoud van hun kleren te compenseren, droegen de Egyptenaren allerlei pruiken en sieraden: hoofdbanden, uit meerdere lagen bestaande halsbanden en kragen, gordels, enkelbanden, armbanden en ringen. De rijken hadden ze van edelstenen en kostbare metalen. Gewone mensen moesten waren tevreden met felgekleurde kralen van aardewerk of glas.
Make-up
Dames uit de betere kringen deden er alles aan om er fris en aantrekkelijk uit te zien. Ze gingen vaak in bad, gebruikten parfum en lieten zich masseren met stoffen die hun huid zacht hielden. Ze gebruikten henna, een kleurstof waarmee ze hun nagels en haren rood verfden. Om zich op te maken gebruikten ze kohl, een zwarte stof waarmee ze hun wenkbrauwen insmeerden,hun ogen omlijnden en hun wimpers donkerder maakten.
Vermaak
Dorpelingen kwamen vaak bij elkaar om te zingen en muziek te maken, Wanneer er gedanst werd, deden de mannen en vrouwen dat niet samen. De Egyptenaren wisten niet hoe ze hun muziek op papier konden zetten, we moeten dus maar raden hoe die geklonken heeft. Tijdens chique feestjes werden de gasten vermaakt door professionele musici, acrobaten en schaars geklede danseressen. De gastheer en gastvrouw zaten naast elkaar, terwijl verder alle mannen,vrouwen en kinderen in aparte groepen zaten.