De vrouwtjes kikker legt in het voorjaar haar eitjes in het water. Ze legt zo’n 1500 – 3000 eitjes. De eieren hebben geen schaal en zouden zonder water uitdrogen. Ze zien eruit als ronde balletjes waar een dikke geleiachtige laag omheen zit, kikkerdril!
Na een paar dagen ontstaat er iets zwarts in het ei, er komen larven uit het ei, dikkopjes of kikkervisjes, dat worden de nieuwe kikkertjes.
Kikkervisjes groeien heel snel. Ze eten kleine algen en ademen door kieuwen. Al snel groeien de achterpoten aan het kikkervisje, vervolgens de voorpoten. De kieuwen verdwijnen en er ontwikkelen zich longen voor het leven op het land. De staart krimpt en de kikkervisjes gaan lijken op kleine kikkers. Ze zijn klaar om het water te verlaten en aan land te gaan, want ze kunnen met hun longen nu lucht inademen.
metamorfose kikker
Eten.
Kikkervisjes eten plantenresten en kleine dode diertjes. Kikkers houden van insecten, wormen en slakken. Vliegen vangen ze met hun lange, kleverige tong.
De kikker is koning in het verspringen. Als hij op zijn vier poten zit, zijn zijn lange gespierde achterpoten ontspannen.