Zoogdieren
Het nationaal park De Maasduinen is een belangrijk gebied voor vleermuizen en marterachtigen.
Er zijn negen vleermuissoorten geteld, onder andere de kwetsbare franjestaart en de gevoelige grootoorvleermuis. De diverse soorten gebruiken de vennen als hun jachtterrein.
Belangrijk is ook het voorkomen van de bever in de wateren rondom de ruïne Bleijenbeek.
De bever heeft zich daar spontaan gevestigd.
Van de marterachtigen komen de kwetsbare wezel, hermelijn en bunzing en de bedreigde das voor. Verder komen in het gebied de vos en ree algemeen voor.
Vogels
Ook in dit Nationale Park bevinden zich vele soorten vogels. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
- dodaars - kraanvogel
- slobeend - waterral
- oeverzwaluws - wintertaling
Amfibieën en reptielen.
Landelijk gezien is het nationaal park De Maasduinen een zeer soortenrijk amfibieëngebied. Opvallend is dat juist de minder algemene en zeldzame soorten, zoals rugstreeppad en heikikker, er in zeer grote dichtheden voorkomen.
In totaal komen er twaalf soorten voor.
Alleen de ernstig bedreigde kamsalamander is sinds 1981 niet meer waargenomen.
De zeer zeldzame knoflookpad is in 1999 weer gehoord. Ook zijn reptielen als de hazelworm, de zandhagedis, de levendbarende hagedis en de gladde slang aangetroffen.
Libellen
In het nationaal park De Maasduinen zijn 26 soorten libellen aangetroffen.
Dagvlinders
Van de Nederlandse dagvlinders komt 50% in het nationaal park voor, ofwel drieëndertig soorten. Tien daarvan zijn gebonden aan specifieke biotopen, negen zijn er bedreigd of kwetsbaar (waaronder heideblauwtje en kleine ijsvogelvlinder).