Toen Hitler in Duitsland aan de macht kwam, maakte hij nieuwe wetten tegen de joden. Zo kwamen er bijvoorbeeld de "Neurenbergse wetten" Deze wetten verboden het om als jood met een niet-Jood te trouwen.
Toen het Duitse leger veel landen bezet hadden, wilde Hitler precies weten hoeveel Joden er waren en waar ze woonden. Alle Joden kregen een Davidsster opgestuurd en moesten deze op hun kleren naaien. Zo kon je op straat precies zien wie Joods was.
Daarna wou Hitler alle Joden bij elkaar hebben. Er kwamen speciale wijken voor Joden. Als je niet wou verhuizen, dan kwamen ze je wel met geweld halen. Hier moesten de Joden van alles voor de Duitsers doen. Later werden ze naar concentratiekampen gebracht. Hier moesten ze hard werken en werden ze slecht behandeld. Vaak werden ze naar de gaskamer gestuurd waar ze dood gingen.
Om niet in een concentratiekamp te komen, probeerden sommige Joden onder te duiken. Anne Frank is een van de bekendste Joden geworden. Zij dook onder en heeft een dagboek daarvan bijgehouden.