Hindoes houden hun erediensten in tempels. Deze tempels worden gezien als het huis van god op aarde, en binnenin de tempel staat een beeld van de god die in die tempel vereerd wordt.

Hindoes zijn niet verplicht om naar een tempel te gaan of te bidden, maar de meeste Hindoes bezoeken de tempel op feestdagen of bij bijzondere gelegenheden.

In Hindoetempels zijn geen erediensten, zoals wij die kennen van de Christelijke kerk. Men kan de tempel bezoeken wanneer men maar wil.

De mensen moeten hun schoenen uit doen voordat ze de tempel in gaan. Daar moeten ze met de wijzers van de klok mee om het altaar lopen, met God aan hun rechterhand. Ze brengen vruchten, lekkernijen en bloemen mee als offers. De priesters van de tempel leggen deze offers voor de God neer, zodat hij ze kan zegenen. Daarna geeft de priester ze weer terug aan de mensen om hun de zegen van God te geven. 

Met een vinger tekent de priester het voorhoofd van de mensen met een rode tilaka (teken van zegen). De mensen steken ook hun handen uit boven het heilige vuur, en daarna over hun hoofd als een vorm van zegening.

Hindoes houden hun eredienst ook thuis of bij altaartjes langs de kant van de weg.  Veel Hindoes hebben thuis een altaar gemaakt met een beeld van een god of godin. Hij kan het gezin dan `s morgens en `s avonds bidden. Ook bij het bidden voor dit altaar moeten de schoenen worden uitgedaan.

Sommige Hindoes doen aan Yoga en meditatie om zich beter te kunnen concentreren bij het zoeken naar Moksha.

Yoga gaat over oefeningen voor lichaam en geest. Je leert er je ademhaling mee te beheersen en je geest te concentreren voor meditatie.

Bij meditatie concentreer je je heel goed op een bepaalde afbeelding of op een bepaalde spreuk (mantra), door deze als maar te herhalen.