De oudste boeddhistische kunstwerken waren beelden en rotstekeningen over het leven van Boeddha. Hoe Boeddha er zelf uitzag is nooit getoond. In plaats daarvan werden symbolen gebruikt. Toen het boeddhisme zich buiten India ging verspreiden raakte de kunst beïnvloed door andere vormen van boeddhisme. Er werden toen ook schilderijen van Boeddha gemaakt voor tempels en kloosters. Boeddhistische kunst is niet alleen voor de sier, met beelden en symbolen konden mensen diepe gevoelens en religieuze ideeën tot uitdrukking brengen die moeilijk te verwoorden waren.
Zand mandala’s
Tibetaanse monniken maken een ingewikkelde mandala voor een feest of ceremonie. Om zo’n mandala te maken heb je vakkundigheid nodig, goede ogen en een vaste hand. Monniken dragen tijdens het maken van de mandala een mondkapje zodat ze het zand niet wegblazen. Jonge monniken besteden uren aan het leren van simpele patronen. Na het feest wordt de mandala weggeveegd. Soms worden mandala’s ook wel van pasta gemaakt.
Thangka’s
Een thangka is een heilige boeddhistische schildering van zijde of katoen. Eeuwenoude regels bepalen welke vormen, kleuren en patronen de kunstenaars mogen gebruiken. Tibetaanse boeddhisten gebruiken thangka’s bij het mediteren.