Soms maken moslims een heilige tocht naar Mekka. Als het kan, maakt iedere moslim deze tocht eenmaal in zijn leven. Bij aankomst trekt de moslim speciale tweedelige en naadloze witte kleren aan, om alle verschillen tussen de mensen weg te nemen. Dan voert hij een aantal rituelen uit. De 2 belangrijkste zijn de omgang, 7 keer rond de Kaäba heen lopen en de 7 tochten tussen 2 bergen, de safa en de Marwa. Het hoogtepunt van de bedevaart is het bezoek aan de berg Arafat. Daar staat de gelovige tegenover God. Op de 4de dag vindt bij zonsopgang de steniging plaats van de grote sjaitan (duivel). De bedevaart eindigt met een feest. Alle moslims waar ook ter wereld, slachten aan het eind van hun bedevaart een schaap om Id al-Kebir (groot feest) of Id al-Adla (offerfeest) te vieren.
Offerfeesten (Ied al-adha):
Het offerfeest wordt gevierd aan het einde van de bedevaart naar Mekka. Bij het offerfeest herdenken moslims het offer van Ibrahim (Abraham), die bereid was zijn zoon Isma’iel op te offeren voor God. Op de 10de dag van de hadj (bedevaart naar Mekka) slacht iedere familie die daartoe de middelen heeft een schaap en verdeelt het vlees onder familieleden en armen. Dit wordt gedaan na een bezoek aan de moskee. Het feest gaat daarna door in de moskee. Een derde van het vlees wordt aan de armen gegeven.