Landbouw en veeteelt

Vroeger waren er de hoeves op het eiland. Op een hoeve stond één huis en de rest van de grond werd gebruikt voor landbouw en dieren. Op dat stuk land mochten niet meer dan 8 dieren lopen. Elke hoeve was even groot en de mensen die er woonden hadden dezelfde rechten en plichten. De grond die nog over was op het eiland werd eerlijk verdeeld over de bewoners. Zo werd het eiland dus opgedeeld in verschillende kleine stukjes land waarop vooral aardappelen en rogge werd verbouwd. Veekerende dijkjes (walletjes van zand) beschermden de gewassen tegen het vee dat er ook rond liep voor de veeteelt. Van vroeger uit waren de agrarische bedrijfjes op Ameland niet zulke grote, gemengde veeteeltbedrijfjes. Deze oude bedrijfjes waren voornamelijk ingesteld op het fokken en verkopen van vee: koeien, paarden en schapen. En later ook voor het maken van zuivelproducten. In 1911 stond er in elk dorp een zuivelfabriek. De zuivelproducten werden verkocht op de Zuivelbeurs in Leeuwarden.
In het landschap van Ameland van nu zijn de sporen van de hoevelandschap zo goed als verdwenen. De kleine stukjes land werden samengevoegd tot grotere en makkelijkere afmetingen. Het landschap veranderde. De Amelander boerderijen in de dorpen werden vervangen door modernere bedrijfsgebouwen midden in de polder. Door deze verandering kunnen minder boeren van de landbouw leven. Gelukkig heeft op Ameland ook het toenemende toerisme voor nieuwe werkgelegenheid gezorgd.

hoeve_dijk