De visserij
Eeuwenlang leefden de bewoners van Ameland van de gemengde veeteelt, dat wil zeggen een boerenbedrijf met verschillende dieren. Ook waren er landbouwboeren, zij verbouwden van alles op hun grond. Maar daarnaast was de visserij ook een belangrijke aanvulling op het levensonderhoud. De visserij was vooral in Hollum. De schepen lagen op het stuk zee, het Skùtegat genoemd, voor anker. Bij vloed voeren ze het zeegat uit. Vis was belangrijk voedsel voor de bewoners op het eiland. Op tweemastige vissersscheepjes (snikken) viste men op kabeljauw, tong, schol en schelvis. De vangst werd op de markt in Harlingen verkocht. Te kleine vis aten ze zelf op. Die kon niet verkocht worden.