Het verzet in en buiten Frankrijk bleef groeien. In Frankrijk werden de mensen steeds meer ontevreden over de hoge prijzen en over het weinige eten dat er te koop was. Bovendien moesten ze hoge belastingen betalen en was er veel terreur. Duitsers, Oostenrijkers verzetten zich tegen de Franse overheerser. Napoleons macht brokkelde langzaam af.
Rond 1813 kwamen er grote legers op de been die het leger van Napoleon wilden verslaan. In 1814 trokken deze legers Parijs binnen. Napoleon werd gevangen genomen en naar het eiland Elba verbannen. Frankrijk kreeg weer een koning, Lodewijk XVIII.

In 1815 ontsnapte Napoleon van het eiland Elba en keerde hij terug naar Frankrijk. Daar lukte het hem opnieuw de macht te veroveren. De koning was gevlucht. Maar Napoleons macht duurde niet lang. In de slag bij Waterloo op 18 juni 1815 werd Napoleon voorgoed verslagen. Ditmaal werd hij verbannen naar het eiland St. Helena. Daar leefde hij nog zes jaar. Op 5 mei 1821 stierf Napoleon aan maagkanker. Zijn as werd in 1840 herbegraven in de Dôme des Invalides in Parijs.