De spijsvertering
1) Maak een (strip)tekening van alle stations van de spijsvertering en schrijf daarbij wat er in dat station gebeurt.
2) Poep ziet er altijd anders uit. Hoe ziet jouw poep er uit? Dik of dun? Hard of zacht? Maak een tekening van een van de onderstaande voorbeelden:
Meesterpoep – Doordeweekse poep – Juffenpoep – Zondagse poep – Varkenspoep – Soeppoep – Flapdrol.
3) Uitdrukkingen.
Zoek de betekenissen eens op van de volgende uitdrukkingen;
- Iemand een poepje laten ruiken.
- Heb je stront in je ogen?
- Zijn ogen zijn groter dan zijn mond (of maag).
Misschien kun je er zelf nog meer vinden?