Overal in je lichaam zitten spieren.

Het zijn er meer dan 600! Je kunt geen beweging maken zonder je spieren te gebruiken. Spieren werken altijd met zijn tweeën. Dat komt omdat een spier alleen maar kan trekken en niet duwen. Hij spant en ontspant zich.

Als je iets wilt doen, bijvoorbeeld iets oppakken, dan zenden je hersenen een boodschap naar je spieren. Die zullen er dan voor zorgen dat je het oppakt.

Spieren die alleen werken als ze een opdracht krijgen, heten willekeurige spieren.Je hebt ook spieren waarover je geen controle hebt.Dat zijn onwillekeurige spieren. Deze spieren hebben geen opdracht nodig en werken vanzelf. Een voorbeeld is je maagspier. Deze gaat het eten kneden als het in je maag zit.

Als je slaapt zijn de willekeurige spieren in rust. De onwillekeurige spieren blijven gewoon doorwerken. Bijvoorbeeld, je hart blijft kloppen, je ademt gewoon verder enz.

Door aan sport te doen, oefen je je spieren. Ze worden dan sterker.