Voorbehoedsmiddelen
Veel volwassenen willen wel seks hebben met elkaar, maar doen dit niet om een kindje te maken. Ze doen dit, omdat ze het fijn vinden om bij elkaar te zijn; ze houden van elkaar.
Als ze niets zouden doen, dan is de kans groot dat er een zaadcel en een eicel bij elkaar komen en er dus een eicel bevrucht raakt. Om dit te voorkomen heeft men een aantal dingen bedacht; voorbehoedsmiddelen.
Deze middelen zorgen ervoor dat de zaadcel en de eicel niet met elkaar in contact kunnen komen en dat er dus geen baby gemaakt gaat worden.
Hieronder noemen we een aantal van die voorbehoedsmiddelen en leggen we uit hoe ze werken.
De Pil.
De pil is de beste manier om bevruchting van de eicel te voorkomen.
Drie weken lang moet de vrouw elke dag een pil innemen. In deze pil zitten hormonen die ervoor zorgen dat er geen eicel rijp kan worden en deze dus ook niet uit de eileider kan komen.
Daarna volgt een week waarbij ze geen pillen inneemt. In deze week wordt de vrouw ongesteld, want de baarmoeder heeft zich toch wel voorbereid op de komst van het eitje en deze slijmlaag (en wat bloed) moeten het lichaam weer verlaten.
Wat erg handig is aan de pil is dat hij er ook voor zorgt dat de vrouw niet meer zoveel buikpijn heeft als ze ongesteld is.
De pil kun je alleen maar krijgen op recept van de dokter. En hij is voor 99% veilig; het kan dus zijn dat hij een keer niet werkt. Wil je echt veilig vrijen; gebruik dan de pil en het condoom.
En als je toch zwanger wilt worden, dan stop je gewoon met de pil.
Het spiraaltje.
Een spiraaltje is een plastic figuurtje met een draadje van koper erom heen, dat door de dokter in een baarmoeder wordt geplaatst.Het is ongeveer zo`n 5 centimeter groot.
Het zorgt ervoor dat de bevruchte eicel zich niet kan nestelen in de baarmoederwand. Heel soms weet een eitje toch een plekje te vinden en wordt er dus toch een baby geboren; niet zo veilig dus.
Spiraaltje 2. Baarmoeder 3. baarmoederhals 4.Vagina 5. Draadjes
Het condoom
Hierboven kun je zien hoe je een condoom moet gebruiken.
Een condoom is een soort ballon van rubber dat over de penis geschoven kan worden. Dit moet je doen voordat je seks hebt.
De man gaat, met het condoom om, met de penis bij de vrouw naar binnen in de vagina. Het sperma dat dan uit de penis komt, blijft in het condoom zitten, waardoor het niet bij de eicel kan komen.
Bij het terugtrekken van de penis uit de vagina moet je ervoor oppassen dat het condoom niet afglijdt.
Ook moet je oppassen dat het niet kapot scheurt of dat er een gaatje in zit, want dan kunnen de zaadcellen toch nog bij de eicel komen.
Wat wel heel handig is aan het condoom is dat het je ook beschermt tegen ziektes die je door seks van elkaar kunt krijgen. De meest bekende ziekte daarvan is wel AIDS. Van AIDS kun je doodgaan, dus vrij altijd met een condoom!
Let op!
Geen enkel voorbehoedsmiddel is 100% veilig; de kans dat je zwanger raakt bestaat altijd. En je kunt natuurlijk ook een ziekte oplopen als je niet veilig vrijt.
Begin dus alleen maar aan seks als je daar echt aan toe bent.